Uit: Nieuwe Oogst 20-10-2017
Ontwikkeling van een hoogwatergeul langs de Waal bij Varik maakt het gebied sterk onveilig voor de bewoners.
Dat blijkt uit onderzoek van ingenieursbureau Sweco in het kader van de Milieu Effecten Rapportage.
Als de geul wordt ingezet, stijgt het water te snel en wordt de stroming te sterk om bewoners nog veilig weg te krijgen. Het opkomend rivierwater kan er in korte tijd tot 7 meter boven het reguliere peil stijgen, met een stijgsnelheid tot 2,5 meter per uur.
Bewoners kunnen door instortingsgevaar en wegspoelende wegen dan niet in hun huizen blijven en zijn voor evacuatie op hulp van anderen aangewezen. Door de sterke stroomsnelheid is zo’n evacuatie haast ondoenlijk. ‘Er zal dan ook sprake zijn van een groot aantal dodelijke slachtoffers’, voorspellen de specialisten van Sweco.
Waterkering
De zogeheten dorpspoldervariant, een hoogwatergeul met waterkering en ruimte voor landbouw of natuur, wordt zo uit het oogpunt van veiligheid hoogst risicovol. De veiligheid kan alleen nog verbeteren als de waterkering doorbraakvrij wordt gemaakt of alle bewoners al in een heel vroeg stadium worden geëvacueerd.
Meer perspectief voor de veiligheid bieden varianten met traditionele dijkverhoging, al dan niet in combinatie met buitendijkse verruiming van het stroombed. Dat geeft bij hoogwateroverlast gelegenheid om daar de veiligheid op te zoeken. Grootschalige evacuatie is dan later echter waarschijnlijk toch nog nodig, waarschuwt Sweco.
De bevindingen van Sweco betekenen een steun in de rug voor de plaatselijke bevolking. Volgens bestuurder Arjen van de Geijn van de LTO-afdeling Neerijnen is er geen draagvlak voor een hoogwatergeul onder de lokale bewoners en de landbouw. Het plan heeft namelijk grote gevolgen voor burgers en boeren. Een deel van hen zal moeten verkassen en veel kostbare landbouwgrond gaat verloren.
Steun
‘Wij willen die geul helemaal niet. Het is mooi dat we nu steun krijgen uit een andere richting. Het Sweco-rapport bevestigt nog eens dat het ook uit oogpunt van veiligheid geen goed idee is’, stelt Van de Geijn vast. Hij vindt dat gemeente Neerijnen, waterschap en provincie nog eens goed moeten nadenken voordat een voorkeursvariant wordt gepresenteerd.
‘Een landbouwvariant samen met een hoogwatergeul is te duur, een geul in combinatie met natuur maakt het gebied te nat en dus voor de landbouw niet meer interessant om er te boeren. En een dorpspolder maakt het nu dus voor de bewoners te riskant.’
Han van Koeverden zegt
Na lezing van de aangedragen meningen/oplossingen in “Inventarisatie …”sluit ik mij aan bij het gestelde van dhr. L. de Jel onder 3.2 en 3.15 en Plan Veiligheid Waalzinning onder 3.13 met de toevoeging dat aanleg van bovenstroomse retentiebekkens door Duitsland een noodzaak is zowel voor ons land als voor Duitsland. De door de provincie en anderen genoemde aannames komen dan in een ander daglicht te staan.
Ernest Cartigny zegt
Hoewel wij uitgesproken tegenstanders zijn van de Geul hebben wij ook wel enige vragen bij de toon van dit artikel. Van de andere kant, de voorstanders van de Geul (en dat is volgens Waalzinnig vooral de provincie Gelderland) gooien er enorme sommen geld tegenaan om hun standpunten te verwoorden, prachtige folders en enorme stapels papier worden geproduceerd. Probeer daar maar als “amateur” tegenaan te boksen. Vanuit deze instelling zijn wij blij met dit artikel.
Het lukt ons niet om een mooie folder naar iedereen in Varik en Heesselt te sturen om mensen te informeren over onze vraag waarom de zuidzijde van de Waal niet in de plannen wordt mee genomen. In het Atelier zegt men dan dat daar al besluiten over genomen zijn en dat die niet terug gedraaid kunnen worden. Op andere plaatsen (waar het de provincie wel uit komt) worden dergelijke besluiten wel terug gedraaid.
Over faalrisico’s van een geul zoals bijvoorbeeld een schip dat de inlaat blokkeert praat men liever niet. Een hoogwatermaatregel in ons gebied zal slechts een paar maal in ons leven ingezet worden en dan moet je geen oplossing zoeken die op dat moment nog kan falen, ten minste niet als er andere opties zijn die een robuster systeem met minder faalkansen oplevert. Wij hebben in het verleden al een simulatie laten maken van een dijkdoorbraak in de nieuwe dijken, daaruit bleek toen al dat een dergelijke doorbraak levensbedreigend is.
Dus hoewel de toon in het artikel misschien wat schreeuwerig is maakt dit misschien de bestuurders kritischer zodat van de mogelijke oplossingen die er zijn (die allemaal voldoen aan de basiscriteria die gesteld zijn) de oplossing te kiezen die het beste is voor Varik en Heesselt. (Trouwens Waalzinnig heeft geen bemoeienis gehad met het artikel in Nieuwe Oogst)
Colette van den Heuvel zegt
Helemaal mee eens: “de berichtgeving over de hoogwatermaatregelen (geul, dikke dijk of nog iets anders) is er bij gebaat als de voor- en nadelen van de verschillende opties op een evenwichtige, maar vooral niet-eenzijdige manier worden gepresenteerd.”
Volledige transparantie bij het maken van de keuze voor de definitieve variant is daarbij van groot belang!
Ton den Boon zegt
Afgaande op de woordkeuze en de schrijfstijl van dit artikel kan het haast niet geschreven door een professionele journalist. Ik licht dat hieronder toe. Bovendien is dit bericht uit ‘Nieuwe oogst’ op de website van dit nieuwsmedium niet te vinden (op 22-10-2017). Door de gebrekkige formuleringen en de eenzijdigheid ervan, wekt dit artikel de suggestie ‘nepnieuws’ te zijn. Kwalijker is dat het artikel een vorm van eenzijdige bangmakerij is: het is bijvoorbeeld niet zo dat de snelheid waarmee ‘opkomend rivierwater’ stijgt, hoger is bij de optie met een geul dan bij de optie met een dikke/hoge dijk.
De schrijfstijl doet vermoeden dat iemand zonder journalistieke ervaring een tekst in elkaar heeft gezet. Wat moeten we ons bijvoorbeeld voorstellen bij ‘een geul inzetten’? Opties worden ‘ingezet’, geulen worden ‘gegraven’. Verderop in de tekst wordt niet gespecificeerd wat het ‘reguliere peil’ is. Elders is sprake van ‘instortingsgevaar en wegspoelende wegen’, maar onduidelijk is of we te maken krijgen met instortingsgevaar van dijken, van huizen of van iets heel anders.
Wie de zin ‘De veiligheid kan alleen nog verbeteren als (…) alle bewoners al in een heel vroeg stadium worden geëvacueerd.’ leest, snapt dat hier geen logische conclusie wordt getrokken: de veiligheid van een gebied verbeter je niet door bewoners ervan te evacueren, maar door maatregelen te treffen die evacuatie voorkomen of als evacuatie in noodgevallen mogelijk maken.
Het meest storend aan het artikel is evenwel dat gezegd wordt dat er onder de plaatselijke bevolking geen steun is voor een hoogwatergeul. Of die steun er al dan niet is, is bij mijn weten nog niet breed gepeild en wanneer ik incidenteel individuele inwoners van Varik spreek over het eilandscenario en de hoogwatergeul, hoor ik doorgaans juist heel genuanceerde meningen, die helemaal niet zo afwijzend zijn.
Kortom, de berichtgeving over de hoogwatermaatregelen (geul, dikke dijk of nog iets anders) is er m.i. bij gebaat als de voor- en nadelen van de verschillende opties op een evenwichtige, maar vooral niet-eenzijdige manier worden gepresenteerd.
Alex Olzheim zegt
Hallo Ton,
De tekst komt inderdaad van Nieuwe oogst.: https://www.nieuweoogst.nu/nieuws/2017/10/20/hoogwatergeul-varik-blijkt-onveilig
Ik ben het er mee eens dat de tekst veel suggereert. Op blz. 140 en 141 van het rapport staan wel een aantal van die feiten net zo onduidelijk. LTO heeft blijkbaar de inhoud zo gelezen.
Toch plaatste ik dit artikel, omdat ieder zijn mening mag zeggen en dit artikel digitaal op internet staat.
Ton den Boon zegt
Hallo Alex,
Het is natuurlijk prima dat het artikel van ‘Nieuwe oogst’ op varik.nl wordt doorgeplaatst. Mijn reactie is geen kritiek op http://www.varik.nl. Integendeel: ik vind de informatie op varik.nl prima, maar ik verwijt LTO een schadelijke vorm van eenzijdigheid.
Het artikel van LTO Nederland voldoet niet aan de basisvoorwaarden voor journalistieke berichtgeving. Meer in het algemeen: nergens lees ik neutrale berichtgeving over de nevengeul. Alleen de tegenstanders van de nevengeul lijken zich in de media te kunnen roeren.